zondag 1 oktober 2017

Vervolg bladveren

Zomerbezigheden hielden me uit de werkplaats en dat betekent weinig vorderingen in het bouwproces. Inmiddels zijn de bladveren in concept klaar. De stroppen zijn los gezaagd en afgewerkt.
Om de bladveren werkend aan de loc te kunnen bevestigen was een hoop seriewerk nodig. Ieder veerpakket heeft aan beide uiteinden een afdekplaat met een richel overdwars met daarop een ring met een groef om de bewegingen van de bladveer op te kunnen vangen. Een foto helpt denk ik en  maakt e.e.a. duidelijker.


Hierdoor loopt een stang waaraan het frame van de locomotief hangt en waarmee dit frame middels de moeren horizontaal gesteld kan worden. De stang heeft aan een kant draad en aan de andere kant een oog. Dit oog valt in een u-vormige plaat die aan het frame is bevestigd. Nog een foto voor de duidelijkheid.


Kortom, 4 onderdelen per veereinde, 8 per veer en dat betekent 48 onderdelen voor 6 veren in totaal. Niet erg maar je raakt zou gauw wat kwijt.

Uiteindelijk alles klaar  gekregen en bij elkaar kunnen houden. Het was wel veel van hetzelfde!



de afdekplaten nog aan elkaar








de trekstangen


nu met ogen in wording











Alles in doosjes gestopt en goed opgeborgen!

donderdag 2 februari 2017

Bladveren

De NVM bouwtekening van Bello geeft de bladveren aan als dummy. Misschien wel een goed idee. Ik wil toch proberen om werkende bladveren te maken. Staal leek me te stug en dus fosforbrons gekozen als veermateriaal. Ik heb platen van 1 mm is repen van 6 mm breed gezaagd met een zaagfrees. De plaat verticaal opgespannen tegen een hoekplaat met achter de plaat een stuk multiplex om te voorkomen dat ik ook repen van de hoekplaat zou zagen.




Voor de 6 veerpakketten heb ik ongeveer 3,2 meter strip nodig. Een beetje aan de ruime kant maar mezelf kennende is wat reserve wel praktisch. De plaatjes fosforbrons zijn 200 mm lang dus 16 strippen. Alle veerbladen krijgen een gat in het midden van 2 mm. Eerst heb ik alle bladen op een iets te ruime lengte afgezaagd en toen in het midden een gaatje geboord met de centerboor. Ik heb een mal gemaakt door een sleuf te frezen met de breedte van de veerbladen. De centerboor gecentreerd boven de gleuf en toen de gaten geboord.




Om de veren vanuit het center op lengte te maken nog een mal gemaakt. De veren waren al in de juiste kromming gewalst. 'Juist' is een beetje bluf. Ik weet niet wat juist is. Op de tekening staat een radius van 25 cm maar bij een werkende veer komt er een kracht op te staan en dus zal die radius veranderen. Om een indruk te krijgen van de vervorming heb ik het vermoedelijke gewicht van de locomotief genomen. Ook een beetje naar aanleiding van het gewicht van mijn eerste locomotief de NS 8700 op 3,5 inch spoor die bedrijfsklaar 19,5 kilo weegt. Bello wordt niet veel groter in 5 inch schaal. Het gewicht van Bello, ik denk dus rond de 25 à 30 kg, heb ik gedeeld door het aantal van 6 veerpakketten. Ik kom dan op ongeveer 4 à 5 kilo per veerpakket. Een proef veerpakket (goed dat ik een wat ruime hoeveelheid strips had  gemaakt) heb ik belast met dit gewicht en zo de 'juiste' radius bepaald. Laten we hopen dat het er straks een beetje goed uitziet. Nu de tweede mal. Een stuk strip van 6 mm breed in de radius van de veren gemaakt en van uit de kopse kant telkens de halve veerlengte afgetekend. Op deze plaatsen een gaatje geboord 0,1 mm kleiner als het gaatje in de veren en zo goed mogelijk in lijn met de straal. (hoe belangrijk is dat?) Daarop een klemsysteem gemaakt en de veren aan beide zijden op lengte gemaakt.



Het voorlopige eindresultaat



De veerpakketten  worden bij elkaar gehouden door de veerstroppen. Ik heb overwogen om die van plaatstrip te buigen maar uiteindelijk toch besloten om ze uit massief te maken. Uit de hand vijlen bleek een te grote uitdaging. Toch maar weer  een mal gemaakt. Hoeveel mallen moet je maken voor de locomotief af is? Dat werkte heel goed. (malen nach zahlen?) Het kostte wel een vijl met de geharde mal maar die komt op de post onvoorzien. 





De stroppen moeten nog losgehaald worden en buitenwerks op maat gemaakt.

Wordt vervolgd....



vrijdag 27 januari 2017

De stoomdom (vervolg)

Na een aantal mislukte pogingen met de grote plaat moest ik mijn prestigieuze plannen om de stoomdom uit één stuk te maken toch opgeven. Er zat niets anders op dan de mal te delen en de stoomdom in twee delen te maken. Plan B. Om wat overlap te krijgen moest ik het bovenstuk met de bolle kant wat verlengen. Er was nog schuttingpaal. Een nieuwe poging, nu met een kleinere plaat leek te lukken, maar eenmaal van de mal bleek de rand papierdun te zijn geworden. De tweede keer met het zelfde resultaat ondanks een iets andere aanpak. De derde poging met plaat van 1 mm pakte goed uit. De rand was nu 0,7 mm dik. Deze dikkere plaat liet zich wel veel lastiger forceren. Vaak uitgloeien hielp. De onderkant van de stoomdom liet zich wat gemakkelijker maken en slaagde al bij de tweede keer.










Nadat beide delen met zilver op elkaar waren gesoldeerd heb ik een mal gemaakt van aluminium waarmee ik de ronding kon maken voor de aansluiting op de ketel. De stoomdom paste daarin en zo kon ik de onderste rand naar buiten werken. Daarna heel voorzichtig het randje omgezet en nadat het een 'gootje' was geworden heb ik er een dun rvs draadje ingefelsd. Daarna polijsten en de stoomdom aan den volke getoond. Vooral mensen die niets met stoomlocomotieven hebben waren enthousiast!
Een weerbarstige klus....

donderdag 26 januari 2017

De stoomdom


De Bello heeft midden op de ketel een prachtig gepoetste stoomdom. Bij mijn besluit om de Bello te bouwen bedacht ik dat de stoomdom een ingewikkelde onderdeel zou worden. Ik weet niet hoe de stoomdom van de Bello ooit is gemaakt maar voor mij leek het om een mal forceren van een stuk plaat de oplossing. Een andere mogelijkheid is om het uit één stuk massief messing te draaien. Een nog al omstandige methode omdat je heel veel materiaal moet verspanen, maar wel een alternatief als het forceren niet lukt. Forceren betekent dat er een mal moet komen met het maten van de stoomdom minus de dikte van de plaat. Ik had nog stukken hout liggen die hard genoeg waren om als mal te  dienen. Een groot stuk was over van een parasol die ik ooit gemaakt had en het andere, kleinere stuk,  was een restant van een Bankirai schuttingpaal. In de klauwplaat ermee en aan het werk.

De stoomdom

Hout geeft veel krullen en stof

Eerst heb ik het onder gedeelte van de mal gedraaid. Dit is het gedeelte waar de stoomdom op de ketel rust. Het smallere bovendeel komt uit de schuttingpaal. Dit was Bankirai. Is heel mooi te draaien maar geeft een zeer onaangename lucht bij het bewerken. Ik had geen andere keuze en moest het er mee doen. Niet tot genoegen van de huisgenoten.


Het resultaat
Mijn gedachte was dat ik de hele stoomdom uit een plaat kon halen. Ik heb dus een stuk plaat rond geknipt in de grootte die ik dacht nodig te hebben, dat wil dus zeggen dat de straal van de plaat dan net zo groot moet zijn als de totale hoogte van de stoomdom. Daarna de plaat uitgegloeid om het materiaal wat makkelijker vervormbaar te maken. Ik had niet lang geleden een aantal messing platen overgenomen van iemand die gestopt was met zijn hobby. Daar zat een grote plaat bij van 0,7 mm dik en dat leek mij geschikt om te gebruiken. Eerst een gat in het midden gemaakt dat over het uitsteeksel van de mal paste en een steun gemaakt waarop mijn forceer staal kon rusten. Met het forceerstaal forceer je de plaat in kleine stapjes richting mal terwijl de plaat rond draait. Op Youtube gaat dat allemaal zeer voorspoedig. Bij mij heel even ook. 

Optimistisch
Mislukt!
 Nog een keer!




Tweede deel volgt...     

maandag 9 januari 2017

Soms zit het enorm mee

De scheenplaten zijn nu gemonteerd en de bronzen voeringen zijn er met zilvertin aan gesoldeerd.
Om de bronzen plaatjes tijdens het solderen op zijn plaats te houden heb ik een klein gaatje geboord en daar een klinknageltje door gedaan. Niet geklonken, alleen tegen het verschuiven. Daarna de scheenplaten gemonteerd. Nu was het moment gekomen om de scheerplaten op maat te frezen. Ik heb  overwogen om het frame in zijn geheel op de freestafel uit te lijnen en dan de tegenover elkaar liggende scheenplaten op maat te frezen. Evenwijdigheid van de assen, bij nauwkeurig werken, gegarandeerd. Helaas, de freestafel was te smal en ik kreeg het frame niet stabiel genoeg opgespannen om te kunnen frezen. Plan B. De frameplaten waren laser gesneden en zeer nauwkeurig op maat. Alles binnen 1/100 mm nauwkeurig en meer dan voldoende punten om te meten. Ik heb het frame uit elkaar gehaald en de frame platen apart van elkaar bewerkt. Eerst de scheenplaten in het midden gemonteerd en op maat gefreesd met als vast meetpunten de uitsparingen van de voorste en de achterste as. De exacte maat tussen de scheenplaten moest 21 mm worden. Om geen stapelfouten te krijgen heb ik met de grootst mogelijke nauwkeurigheid gewerkt. Fouten, in het begin gemaakt, achtervolgen je of vermenigvuldigen zich. Hierna de scheenplaten voor en achter gemonteerd en deze aan de hand van de scheenplaten in het midden op maat gefreesd. Daarna het frame weer gemonteerd en alles gecontroleerd. Zag er perfect uit. Ik kon nu de lagerblokken met wat vijlwerk tussen de scheenplaten schuiven. Nu de assen er in en meten (de assen moeten heel nauwkeurig parallel zijn anders gaan de koppelstangen protesteren) Geloof het of niet maar er zat niet meer dan 1/100 mm verschil tussen de assen. Ik heb het drie keer nagemeten met ieder keer hetzelfde resultaat. Soms zit het enorm mee.

scheerplaten achteras frezen

De as in het lager. Later word dit lager
gedeeld


Nu kwam het moment om de lagerblokken te scheiden. Ik had ze uit praktische overwegingen aan de onderkant gesloten gehouden. Het staal dat ik er voor gebruikt had was een hoog gelegeerde staalsoort waar ik op geheimzinnige wijze was aangekomen. Herkomst dus onbekend. Alleen met VHM-frezen en HSS-Cobalt frezen was het te bewerken. Mijn zorg was dat het open zagen tot gevolg zou hebben dat de beide benen van de U uit elkaar zouden gaan staan door spanning in het materiaal. Geen enkele maatverandering. Tijd voor de bronzen lagerbussen. Deze bussen moesten een binnenmaat hebben waar de as spelingvrij in kon lopen, een buitenmaat die spelingvrij in de holte van het lagerblok paste en de flenzen aan de beide uiteinden moesten precies om het lagerblok passen. Alle kritische maten dus en 


Lagerbus, nog heel.
In het lagerblok.
De kant en klare lagers met
gehalveerde lagerschalen
 

Ik ben nóg niet bij met mijn blog!






vrijdag 23 december 2016

Rijden en bouwen






Te lang niets van me laten horen!
Half oktober, op een zaterdag, hebben we met z'n vieren de hele dag gereden met onze locomotieven. Met zijn vieren betekende drie ervaren machinisten en ik.


Ik had inmiddels de capaciteit van de pomp vergroot om het waterpeil in de ketel tijdens het rijden op peil te kunnen houden. Op de rollenbank voldeed dat goed, zo goed dat er soms water uit de schoorsteen kwam. Op de baan ging het ook goed maar omdat het stoomverbruik tijdens het "werken" aanmerkelijk groter is dan op de rollenbank bleef het opletten. Ik kon aanvankelijk nauwelijks een rondje rijden zonder zoveel druk te verliezen dat ik met het been bij moest 'steppen'. Een kleine ergernis. De mede rijders verzekerden mij dat dat volstrekt niet ongewoon was en stonden geduldig in de file die achter mij ontstond. Ik moest eerst leren stoken. Dat kan toch niet zo moeilijk zijn? Dus wel. Om een kolenvuurtje van 4 bij 7 cm witheet te houden is nog een aardig kunstje. De trek van de schoorsteen (door de uitstoot van de afgewerkte stoom moet er een vacuüm ontstaan in de rookkast/schoorsteen waardoor er lucht aangezogen wordt door het rooster) was onvoldoende. Na het bijvullen van de kolen was de gloed van het vuur tijdelijk onvoldoende om de stoomproductie op gang te houden. Gevolg: weinig trek met als gevolg weinig vuur, nog minder stoom en dan helemaal geen vuur meer. Bovendien constateerden de ervaren rijders dat mijn vuurtje niet dik genoeg was. Meer kolen, meer vuur, en dus meer stoom.  En dat werkte wel. Na veel rondjes met de blik gefixeerd op de manometer en het peilglas, haastig bijpompen met de handpomp, meer kolen, soms teveel kolen,  kon ik een tweetal rondjes achter elkaar doorrijden op de clubbaan. Alles bij elkaar zo'n driehonderd vijftig meter! Daarna moest er nodig water getankt worden om het ketelwater op peil te kunnen houden. De grootste zorg is dat de boel niet droogkookt met als gevolg fatale schade aan de ketel. Aan het einde van de dag trad er en oud probleem op. Het terugslagventiel van de aspomp liet ketelwater door met als gevolg het terug spuiten van het hete ketelwater in het waterreservoir. Dat was het einde van de rit. Toch nog maar weer eens naar kijken.

De vraag in mijn dagelijkse omgeving wordt steeds dringender: "Wanneer is de locomotief klaar?" Ik begin te vrezen: nooit....

Inmiddels ben ik verder gegaan met de NS 7742,  Bello, het nieuwe project. Hoe kun je nou aan een nieuwe locomotief beginnen als de eerste nog niet klaar is? Ik heb geen bevredigend antwoord op die vraag. Of toch?

Na het maken van de dwarsframes en de bufferbalken ben ik aan de buffers begonnen. De onderdelen zijn klaar maar het bufferhuis moet nog aan de bevestigingsplaat worden gesoldeerd.

Vier buffers op een rij.
Na deze klus ben ik begonnen met de scheenplaten, de frames waar de lagerblokken tussen kunnen glijden. De scheerplaten heb ik uit een stuk hoeklijn gemaakt en worden "bekleed" met fosforbrons om de glijeigenschappen voor de lagerblokken te verbeteren. De fosforbronzen "bekleding heb ik uit rond staf gefreesd. Had ik nog.

De scheerplaten nog zonder bekleding






De gaten van de scheenplaten heb ik op de freesmachine volgens een coördinatenschema geboord.
De gaten in het frame heb ik met en mal gemaakt die volgens het zelfde coördinatenschema is geboord. De scheenplaten van de achterste wielen zijn 2 mm langer dan de andere scheenplaten. Vandaar de mal met twee mogelijkheden.

De mal met wee mogelijkheden
De mal in gebruik


Later meer over de scheenplaten, de schoorsteen, de stoomdom en de bladveren.


woensdag 7 september 2016

Rijden met de 8703 en het begin van Bello



Na de laatste keer rijden heb ik wat verbeteringen aangebracht aan de locomotief. De aspomp kon niet voldoende water leveren om de ketel gevuld te houden. Om dit euvel te verhelpen heb ik de pomp uit de locomotief gehaald en dat is een heel gepeuter omdat er van alles omheen gebouwd is na de oorspronkelijke installatie. Toch gelukt. De plunjer van de pomp was 6 mm. Ik heb het pomphuis opgeboord en geruimd naar 8 mm en een nieuwe plunjer van 8 mm gemaakt. De vraag was of de locomotief zo'n grote plunjer tegen de druk van de ketel in zou kunnen laten pompen. Een paar weken later deed zich de volgende gelegenheid voor om te rijden. Ik had thuis de locomotief al wel op de rollenbank gehad en dat liep probleemloos. De rollenbank is echter onbelast en op de baan moet de loc mijn gewicht en het karretje trekken. Opstoken gaat nu probleemloos. Het rijden verliep ook goed totdat er water uit de schoorsteen kwam. De pomp leverde zoveel water dat het hem zijn neus uitkwam. Gelukkig zit er een bypass kraan op en die had ik nog niet nodig gehad. Nu dus wel. Het euvel van de watertoevoer leek daarmee verholpen. De locomotief gebruikt overigens heel veel water. Na een rondje rijden (180 m) zijn de watertanks leeg en moet er nodig bijgevuld worden. Na een poosje rijden en genieten begon de locomotief  langzamer te lopen en leek er en zwaar punt te zijn. Ik heb alles nagekeken in de veronderstelling dat er een lager vast gelopen was of een drijfstang los zou kunnen zitten. Na een poosje zoeken kwam ik er achter dat de zuigerstang los was gelopen met als gevolg dat de zuiger bij iedere slag tegen de cilinderdeksel stootte. Ik heb toen de zuigerstang zo goed en zo kwaad als dat ging weer in de kruiskop gedraaid en nog een rondje gereden. Tijdens de rit spoot er opeens kokend heet water via de bypasskraan in de watertank. Toen heb ik het verder opgegeven.

Inmiddels zijn deze storingen verholpen in de 'centrale hoofdwerkplaats' en moeten we binnenkort weer een keer proberen te rijden.

Twee weken geleden ben ik begonnen met de bouw van een nieuwe locomotief de 'Bello', de NS 7742 die in de zomermaanden tussen Hoorn en Medemblik op en neer rijdt. De beide frameplaten had al laten lasersnijden in Enschede. Bij een bedrijf in Lochem heb ik de blokjes laten zagen voor de aslagers. Hoog gelegeerd staal dat de tanden van de zaag deden uitbreken. Een onvoorziene kosten-post. Ik had dat staal een keer gekregen en al geprobeerd met de handzaag er een stukje van af te krijgen. Daar ontbrak het mij aan geduld en spierkracht. Het laat zich overigens prachtig verwerken met het juiste gereedschap.
De bedoeling is dat de lagers net als in het grootbedrijf deelbaar worden. Dat betekent dat de as alleen aan de bovenkant gelagerd is met en halve lagerschaal en aan de onderkant alleen maar opgesloten is maar niet gelagerd. De lagerblokken zijn omgekeerde U's die in het frame op en neer kunnen glijden.
Op de foto wordt e.e.a. duidelijk hoop ik.

Hier nog een paar foto's.


De lagerblokken. De onderste helft
wordt nog weg gefreest en dan
blijft er een U over

De beide frame platen.
Ongeveer 63 cm lang
De U-vormigr lagerblokken zonder lagerschaal.
(een foto van een foto)

Alle onderdelen van het frame plus één lagerblok extra
Een gedeelte van het drijfwerk van
Bello. Zeldzaam mooi!